Header image Alaska en Canada


Phillip de Graaff
  HOME ::
   
 
Alaska en Canada

 
       

 

 

Alaska 4
Vandaag zijn we aangekomen in Skagway, een pittoresk plaatsje met nog oorspronkelijke bebouwing en houten trottoirs. Eerst was het plaatsje economisch afhankelijk van de Goldrush, daarna het aanleggen van spoorwegen en pijpleidingen. Maar tegenwoordig is het volkomen afhankelijk van het toerisme. Omdat goede grond zo schaars is, zijn de huur- en koopprijzen van huizen heel hoog. Overigens is alles schreeuwend duur in Alaska.


 

 

Als een cruiseschip hier de eerste keer komt, zorgt de kapitein voor een afbeelding op de rots met de naam van het schip. De rots staat er vol mee.
Ik was hier ook de eerste keer!

Ik vergat een L

 

Houten trottoirs

Pittoreske geveltjes

 

De naam Skagway is afkomstig van een woord uit de taal van Tlingit indianen dat “huis van de noorderwind” betekent. In de tijd van de Goldrush liep de route naar de bekende goudvelden van Klondike via deze stad. Toen in 1896 goud werd gevonden bij Dawson City in het Yukon gebied van Canada trokken duizenden goudzoekers die kant op. Van al die mensen zijn er maar 400 rijk geworden van het goud. De rush duurde maar tot 1899. Het kostte overigens veel geld om daar te komen dus het waren beslist niet altijd arme jongens. Je was ongeveer $2500 kwijt, heel veel geld voor die tijd.

Een jonge sledehond moet even oefenen

 

Er waren twee mogelijke routes maar de meeste goudzoekers trokken naar Skagway. Dan moesten ze de Chilkoot pas oversteken en vervolgens een boot of vlot bouwen om de Yukon rivier af te zakken tot Dawson City. De botenbouw werd streng gecontroleerd door de politie, hetgeen heel wat levens heeft uitgespaard. Omdat veel goudzoekers niet met een boot konden omgaan, zijn er toch veel verongelukt. Om de pas over te steken, werden vaak paarden gebruikt. De onervaren goudzoekers dachten dat de paarden onderweg zelf wel voedsel konden vinden. Dat was echter niet zo en de paarden stierven op de helft van de weg al door ondervoeding.


Het was prachtig weer toen we aankwamen en het stadje had inderdaad houten trottoirs en authentieke gevels en gebouwen. We wilden eigenlijk de treinreis door de pas nemen maar die kostte $125 p.p. en dat vonden we te gek. Dus gingen we op zoek naar een alternatief. Die vonden we in een bustour met een chauffeur die ons vele wetenswaardigheden vertelde, te veel om hier op te schrijven. Hij en vele andere werken hier een half jaar en trekken dan weer ergens anders heen. In het begin sliep hij in een tent maar tegenwoordig heeft hij een camper.

 

We bezochten de oorspronkelijke begraafplaats van Skagway. Die is heel klein omdat op de meeste plaatsen de ondergrond te hard is om een graf te graven. Bovendien wilden en willen de meeste mensen in hun geboortegrond begraven worden. Op veel naamborden staat “Onbekend” met het sterftejaar erbij. We hoorden hier interessante verhalen over mensen die hier liggen.

 

De oude begraafplaats, de nieuwe is net zo klein

 

We waren nog in een replica van een goudzoekerskamp waar de bewoners in tenten woonden. Daar was een show met muziek en spel. Een dame, natuurlijk heette ze Maggie, was te huur voor $5 voor 15 minuten. In de opvoering daarna kwam ze naast me zitten om mij te “verleiden” en ik mocht 16 minuten voor 5 dollar. Natuurlijk speelde ik het spel ijverig mee.

16 minuten voor 5 dollar

 


Ineens kwamen we er achter dat we al bij de bus hadden moeten zijn. Snel stonden we op en liepen terug. Ze zullen wel gedacht hebben. Een bijnaam voor Skagway indertijd was Liarsville omdat de plaatselijke journalisten bij gebrek aan beter het “nieuws” zelf verzonnen.

 

Lucia heeft goud gevonden

Plaatselijke winkels

De “woonhuizen”

Zo maakten ze muziek

Maggie zingt ook mee

Voorstelling in de Hippodrome waar we per ongeluk illegaal waren

Toen we Canada binnen reden, vertelde de chauffeur ons hoe we ons moesten gedragen als we beren zagen. Nou, wij stonden op scherp. Geen beer gezien natuurlijk. Hij zag wel grote berggeiten bovenop de berg en wees ze aan. Sommige mensen zagen ze maar die hadden het sprookje “De kleren van de koning” nog niet gelezen want wij zagen niets. “Nou ja, geen beren maar wel een paar berggeiten”, zei de chauffeur! Onderweg vertelde hij over bomen waaronder je wel en niet droog bleef bij regen en hoe je je kon beschermen tegen de koude wind. Hij vertelde ook waarom de bomen hier op de hoogvlakte zo klein waren; de sappen bevroren door de “chillwinds” en om zich zelf te beschermen, moesten ze klein blijven om geen wind te vangen. Het was een prachtige tocht en tevreden gingen wij bootwaarts.

Hier zijn we in Canada, de boompjes komen tot mijn middel

En weer terug in Alaska met een hoop bureaucratie, ongelooflijk


Na de show bijgewoond te hebben, liepen we nog even het dek op en schoten deze plaatjes; aan de ene kant de maan en aan de andere kant de ondergegane zon. De Coral Princess voer vredig achter ons aan.


Het was maar een paar uur varen naar Haines en toen wij ’s morgens weer aan dek kwamen, was het schip afgemeerd.
Haines is een klein plaatsje en heel erg verspreid over het gebied. Vroeger was het de bevoorradingsstad voor Klondike en Dawson City. Het was niet echt boeiend. We wandelden wat rond in de zonneschijn, een jas of vest was niet nodig.


Haines vanaf de boot

Het Hamermuseum

..................De zeearend kijkt verschrikt op..............................Even later zweeft hij hoog door de lucht

 

‘s Avonds bezochten we, zoals elke avond, weer een show in het prachtige theater van het schip.